Een wegwijzer staat recht met zijn neus in de wind. Maar ik
vind het maar saai om altijd op een plek te staan. Daarom heb ik benen, een
goede fiets en een ov-jaarkaart.
Op de visitekaartjes die ik sinds 1989 verzamel staan veel
verschillende namen en rollen. Soms is het Engels, soms in het Nederlands, soms
in hele volzinnen en soms met onbegrijpelijke afkortingen.
“Zet maar programmamanager op je kaartje, dat staat veel
hipper dan projectleider”. Monaïm Benrida van het Ministerie van OCW gaf me dat advies in 2013. We moesten even aan elkaar wennen, maar
later werden we vrienden. Ik vond het een goed advies, want een project heeft
een begin en een einde en een programma is nooit klaar. Toch paste het mij niet
helemaal. Ook in die rol was ik zoekende en soms redelijk grenzeloos. Daarna
vervulde ik weer een aantal verschillende rollen, niet allemaal even succesvol,
maar vaak ook wel.
En nu ben ik dan wegwijzer. En dat zit zo. Begin dit
schooljaar hoorde ik een verhaal van Giel Pastoor. In de aankondiging van zijn
presentatie las ik dat hij beweegstrateeg
was en ik had er zin in. Op het podium bleek het een heel gewone man te zijn.
Hij maakte een geweldige indruk op me, niet in de laatste plaats omdat hij zich
kwetsbaar opstelde. Voor een volle zaal vertelde hij dat zijn zoon was
overleden en dat hij daar verdriet over heeft. Iedereen was stil. Pastoor werkt voor het Parktheater in Eindhoven en vertelde dat hij eigenlijk directeur is. Maar wat hij wil is verwarring veroorzaken. De titel
directeur schept afstand en geen verwarring en zo bedacht hij ‘beweegstrateeg’.
Kort daarna las ik een boek van Brene Brown. De ondertitel
was ‘er echt bij horen en de moed om alleen te staan’. Het sprak me erg aan.
Weer later hoorde ik een voordracht van stadschroniqueur
Eric Alink. Hij vertelde over het belang van werk voor de waardigheid van
mensen in onze samenleving. Ieder mens heeft een taak in het leven, hoe groot of
klein die taak ook is.
Toen wist ik wat mijn taak was: wegwijzer. Ik was dat eigenlijk altijd al,
alleen wist ik het zelf nog niet. De titel schept geen verwarring, maar
duidelijkheid. Ik heb ook behoefte aan duidelijkheid.
Een wegwijzer past niet binnen de muren van een organisatie
of een functiehuis. In managementtaal ben je dan outreachend. Je kunt ook zeggen dat ik graag mijn nek uitsteek. Met
versleten nekwervels is dat soms lastig, maar ik doe het wel.
Als wegwijzer heb ik gelukkig wel geleerd mijn eigen grenzen
te bewaken. Want ik wijs een weg,
niet de weg. Iedereen moet zelf maar
weten of hij of zij die weg volgt. Soms willen mensen aan de hand genomen
worden, ik doe dat zeker, maar ik laat mensen ook weer los. Ook is er een grens aan
mijn verantwoordelijkheid. Als er te veel op mijn schouders rust ga ik krom
lopen en dat is niet handig voor een wegwijzer. Een wegwijzer moet immers om
zich heen kunnen kijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten