zaterdag 16 december 2017

Perfect day

In 1972 bracht Lou Reed het album Transformer uit. Daarop staat het nummer Perfect Day. In de Wereld Draait Door van 15 december stond dit nummer centraal. De vraag daarbij was: “Wat was jouw perfect day in 2017”.




Ik had de uitzending niet gezien maar was gelijk getriggerd door de vraag. Vanmorgen bij het ontbijt hadden we het er over en ik wist meteen welke dag mijn perfect day was. Als verstokte Feyenoord-fan was de kans groot dat ik 14 mei zou kiezen. De dag dat Feyenoord kampioen werd.

Maar mijn Perfect day was twee weken daarvoor al geweest.

Op 28 april vlogen we naar Sarajevo. Ankie had mij deze reis cadeau gedaan. Ik was al eerder in Bosnië geweest en ze had me geen groter plezier kunnen doen. We zouden 5 nachten blijven en ik zou zelf de hotelovernachtingen, bus- en treinreizen en excursies e.d. gaan regelen. Dat vind ik immers altijd leuk om te doen en ik zat ziek thuis. Ik had tijd zat. 

Op 29 april zouden we gelijk een volle dag op excursie gaan. Ergens hoog in het Bjelasnica-gebergte boven Sarajevo ligt het dorpje Lukomir. Ik zag ooit een documentaire over het dorp en had sindsdien een verlangen er te komen. 

Op 1495 meter hoogte is Lukomir het meest afgelegen dorp in het hele land. In de winter is de weg een aantal maanden onbegaanbaar en van te voren was het dus best spannend of we eind april het dorp überhaupt wel konden bereiken. Maar bij het reisbureau boekte ik toch een dagtrip; de weersverwachtingen waren goed en de weg was open. Een gids zou ons rond 09.00 ophalen in het hotel, maar er was afgesproken dat hij om 8.00 zou bellen. In de bergen kan het weer plots omslaan en bij slecht weer hadden we pech. Om 8 uur werd er gebeld. Het sneeuwde in Sarajevo en je kon geen hand voor ogen zien. In de bergen boven de stad zou het nog veel slechter zijn. De trip werd afgelast. Die dag bleven we dus in de stad, we bezochten wat musea en een moskee en het bleef sneeuwen. 

Het werd uiteindelijk toch een fijne dag en de weersverwachting gaf aan dat het beter weer zou worden in Bosnië. We besloten naar het prachtige Mostar te  gaan, een paar uur rijden, om na 1 nachtje weer terug te komen in de hoofdstad. Op 2 mei zouden we dan de excursie alsnog maken. Ik had die dagen een paar keer per sms contact met Branko, de jongen die ons zou begeleiden. 

Het weer leek op te klaren sms-te hij alleen de weg naar Lukomir was onbegaanbaar, als alternatief konden we naar Umoljani, een ander dorp. Dat vond ik jammer, want ik was eerder in het gebied geweest en had Umoljani wel, maar Lukomir nog nooit bezocht.

In januari was ik ziek thuis komen te zitten met een burn-out en ik was een aantal maanden volledig aan huis gekluisterd. Ik was continu moe en had problemen met mijn evenwicht. Onder begeleiding van een fysiotherapeut en een bedrijfspyscholoog werkte ik aan mijn herstel. Daarbij ging het vooral om bewustwording. Ik werd bewust van de spanning die zich soms opbouwt in mijn lichaam en hoe ik daar dan mee om moet gaan en hoe niet. Het ging iedere dag een beetje beter en ik durfde de reis naar Bosnië aan, maar na 2 nachten in Sarajevo en 1 in Mostar, werd ik op 30 april wakker. Ik kon niet vooruit komen. Ik  had een totale off-day. Ankie besloot uiteindelijk een taxi te bestellen die ons in een kleine twee uur tijd naar Sarajevo bracht. Daar ging ik gelijk naar bed. Ik kon niks aan die dag.

Branko sms-te nog wel die avond. Het zou een mooie dag worden morgen.

Toen de 4WD voor kwam rijden om 09.00 uur begon Branko met de woorden; “The road is open”. Ik geloof niet dat ik ooit zo gelukkig ben geweest, eindelijk ging mijn wens Lukomir te bezoeken in vervulling. Het was nog een aardig stuk rijden en er werden ergens aan de rand van de stad nog boodschappen gedaan, maar dat duurde even, de meeste winkels leken dicht. 

En dan verlaat je de stad, kom je in het berggebied en ben je opeens in een andere wereld en toen we uiteindelijk in Lukomir aankwamen ging er echt een wereld voor me open. Er is hier niks te beleven, maar ik had er jaren naar uitgekeken hier te zijn. 



We dronken koffie, bekeken het dorp en zouden een uurtje gaan wandelen naar een waterval. Terug in het dorp zouden we dan wat eten om vervolgens weer terug te rijden naar Sarajevo.

Toen we aan kwamen wandelen herkende ik de stem van Ismet. Ik had de man nooit onmoet, maar wel op TV gezien. Hij was de hoofdpersoon uit de film “Winterslaap in Lukomir” en uitgerekend hij was de reden dat ik dit dorp wilde bezoeken.

Op de terugreis had ik een gelukzalig gevoel. Branko vroeg me of ik de link van de documentaire nog naar hem wilde sturen en om half 9 die avond sms-te hij mij zijn mailadres.


“Hi, I hope that you are not much tired and I found out why it was so quiet in the city today. On the 2nd of may 1995 the war ended.”



Een link naar de docu vind je hier. Hieronder nog  drie foto's van mijn perfect day. 


Met Ismet

Trots!

V.l.n.r. Branko, Reinoud, Ankie




dinsdag 12 december 2017

Want ik ben ook maar een mens

In 2004 bracht de Amerikaanse band Sophia het album “People are like seasons” uit. Het is een van mijn favoriete platen. Zojuist luisterde ik heel bewust naar het nummer “Swept back” van dit album. Ik was tot tranen geroerd.




Eerder dit jaar beleefde ik een periode van totale inactiviteit. Tegenwoordig heeft iedereen het over #burnout en ja, dat was precies wat ik had. Mijn burnout pakte vooral heel erg lichamelijk uit. Ik ben niet somber van karakter, maar ik had genoeg om over te piekeren en ik was toch vooral heel erg MOE en had altijd pijn in mijn nek.

Mijn burnout was ontstaan omdat ik te lang had doorgelopen in een voor mij ongezonde situatie. Ik werk graag, maar ik werkte op een plek die niet het beste in mij naar boven haalde. Ik voelde dat al een hele tijd, maar liep er toch veel te lang mee door. Iedere avond was ik moe.

Nadat ik me had ziekgemeld wandelde ik eerst nog 60 kilometer op Texel, daarna stortte ik pas echt in.
Ik was al moe als ik een blokje om het huis ging en Ankie moest me met de auto naar de bedrijfsarts brengen. Ik kon zelf niet fietsen, laat staan autorijden.

Daarna zette een periode van herstel in. Onder begeleiding van een fysiotherapeut en een bedrijfspsycholoog werkte ik vooral aan bewustwording. Dat was hard werken, maar het wierp wel vruchten af en ik vond het fijn. Ik kreeg weer plezier terug in de dingen die ik deed en ik kon ook al snel meer aan.

In de meivakantie maakte ik een wandeling in de bergen. Ik was vaak nog onevenwichtig, maar wat was ik trots. Kort daarna ging ik ook weer werken. Ik begon met 3x3 uurtjes in een nieuwe rol op een nieuwe werkplek. In de terminologie van de mensen die mij begeleidden, heet zo iets een re-integratie en een herplaatsing. Daarnaast ging ik trouw naar de sportschool en ging het echt iedere week beter met me. Ik had een heerlijke zomervakantie en ik kon zelfs weer boeken lezen. Dat was het jaar daarvoor niet gelukt. Na de zomervakantie ging ik door met opbouwen en al snel werkte ik weer full-time. Ik was veel relaxter geworden in mijn werk en bleef aandacht besteden aan mijn lichaam. Ook mijn politieke rol vervulde ik weer snel en met passie. Ik kon weer heel veel druk aan.

De afgelopen week voelde ik weer veel druk. Ik had inmiddels geleerd me daar bewust van te zijn en die druk te voelen. En inderdaad, ik voelde het maar handelde toch zoals ik altijd doe: rustig en vastberaden, ook als ik dat niet was.

Wat dat betekende merkte ik pas afgelopen zondag. De momenten waarop ik de druk voelde waren al geweest, ik had twee nachten lekker geslapen en een heerlijke zaterdag beleefd samen met Ankie en een aantal goede vrienden. Dat was een fijn samenzijn, maar ik miste mijn vriend Gerard die in oktober was overleden.

Zondag kwam bij mij alles er uit.

Van veel mensen die een burnout hebben gehad had ik al gehoord dat er soms zo’n moment komt. Zo’n moment dat je het gevoel hebt dat je teruggeworpen wordt in een situatie die je niet wil. In gewoon Nederlands een KUTDAG.

Wat dan helpt zijn goede gesprekken, een flinke huilbui, een wandeling door de sneeuw, een rustig haardvuur en vooral een goede nachtrust.

Maandag ging ik weer fluitend naar mijn werk, al was ik nog moe. Ik weet nu dat zo’n burnout er niet alleen inhakt, maar altijd bij je blijft. Maar wat is het belangrijk dat ik zelf nu de signalen herken en er naar handel.

Want ik ben ook maar een mens.

p.s. Misschien stemt de hoes je niet vrolijk, maar de muziek is zeer troostrijk. Ik kan je vooral het nummer Swept Back aanraden.

donderdag 29 juni 2017

IBM


Toen ik als reisbegeleider in Egypte actief was, werkte ik ook veel samen met Egyptische collega’s en dat samenwerken vond ik niet altijd makkelijk. Van de reizen die ik begeleidde waren uitgebreide draaiboeken, ik had daar zelf aan meegewerkt, en ik schepte er genoegen in als alles volgens plan verliep. Soms was dat niet het geval en ik leerde al snel dat ik me dan niet te druk moest maken, maar er op moest vertrouwen dat het wel goed zou komen. Linksom of rechtsom. Moeilijk vond ik dat wel.

Ik werkte samen met buschauffeurs, lokale gidsen, transfermannen, hotelreceptionisten, kantoormedewerkers, te veel om op te noemen.

Met de mensen op het hoofdkantoor in Cairo kon ik over het algemeen goed opschieten. Zij maakten de reserveringen in hotels, typten de vouchers, stelden de passagierslijsten samen en brachten mij als reisbegeleider op de hoogte van mogelijke wijzigingen.

Er was één medewerker, zijn naam is mij ontschoten, waar ik het niet zo goed mee kon vinden. Hij kwam altijd iets te laat, had zijn werk niet altijd op orde en dat irriteerde mij soms mateloos.

Op een morgen kwam ik op het kantoor en trof ik hem niet aan.

“Ja, hij heeft een andere baan. Hij werkt nu voor IBM.”

“Hè!”  zei ik, “Werkt hij voor IBM, die grote Amerikaanse computergigant?

“Och” was het antwoord. Er werken wel meer Egyptenaren voor IBM want de I staat voor Inshallah, als God het wil. De B staat voor Bokra, en dat betekent morgen en de M staat voor Ma’lesh, Never Mind of maakt niets uit.

De collega functioneerde niet zo goed en was ontslagen. Ik was dus niet de enige die dat had gezien, maar zijn ex-collega's maakten er een grapje van.


De afgelopen maanden was ik enige tijd thuis. Inmiddels werk ik weer en heb ik geleerd wat losser in mijn werk te staan. Ik heb geleerd wat minder te jakkeren en werk tegenwoordig soms ook voor IBM.

Eerdere verhalen uit deze serie over mijn tijd in Egypte:

1. Vierduizend Amerikaanse Dollars

2. Kamer 619

3. Rechtsaf

4. Makkelijk verdiend

5. Mijn vriend Mohammed

dinsdag 27 juni 2017

de iMac

(Bij het afscheid van Hans Schaepkens op het Koning Willem I College)

Het was in 2008.  Ik kende Hans al een aantal jaren en ik had behoefte aan wat loopbaanbegeleiding. Ook waren er wel wat dingetjes gebeurd in mijn leven waar ik eens met een coach over wilde praten.

Zo kwamen wij in gesprek, soms in een apart kamertje, maar vaak ook gewoon in de rode zitjes in “La Cantina”. Ik mocht Hans graag, hij was betrokken, rustig en kon erg goed luisteren. Soms zei hij wel eens iets dat ik niet snapte, maar dat legde ik dan naast me neer of ik onthield de uitspraak en begreep het later opeens wel.

De gesprekken gingen over bewustzijnsniveaus, maar ook over het maken van keuzes. Uiteindelijk maakte ik die natuurlijk zelf, maar Hans hielp mij daarbij.
Nadat ik een keuze had gemaakt en mijn loopbaan een andere richting in was gegaan, bleef ik Hans nog een tijdje zien, al werd de frequentie wel minder.

Op een gegeven moment vertelde ik Hans dat ik een iMac wilde gaan kopen, maar ontzettend twijfelde. Ik vond het wel veel geld en vond de oude laptop waar ik op werkte eigenlijk nog goed genoeg. Hans was heel kordaat en zei “Ik ga een oefening met jou doen.” 

We planden een nieuwe afspraak, er werd een ruimte gereserveerd want voor deze oefening was ook ruimte nodig. Het was immers een oefening in de ruimte. De oefening heette “Het Hoefijzer” en duurde een klein half uur. Na afloop ben ik naar de stad gefietst om een iMac te kopen.

De iMac is inmiddels wat ouder en trager geworden en ik kruip er tegenwoordig ook niet meer zo vaak achter. Maar iedere keer als ik hem aanzet denk ik aan Hans en aan de zweetdruppels op zijn voorhoofd terwijl hij mij begeleidde bij “Het Hoefijzer”.

Altijd als ik Hans tegenkwam refereerde ik even aan de iMac. “Hij doet het nog steeds hoor.”

Natuurlijk ging ook deze oefening over keuzes maken en ook over je zelf iets gunnen en je zelf af en toe een cadeautje geven.

Ik vind het fijn dat Hans mijn coach was en het kenmerk van een goede coach is dat hij zichzelf overbodig maakt. Ook dit jaar heb ik weer (loopbaan)keuzes gemaakt en daar had ik Hans niet meer voor nodig.

Hans bedankt.



donderdag 22 juni 2017

Ik ben katholiek!


Nu Roze Zaterdag en het moment dat ik een kaarsje ga branden in de Sint Jan dichterbij komt, is het voor mij ook tijd om uit de kast te komen.

Ik ben katholiek.

Ik werd geboren in 1965 in een klein dorp met een grote kerk. Ik kwam er wekelijks en zong in het kinderkoor. Ik deed er mijn eerste Heilige Communie toen ik in de tweede klas zat en het Heilige Vormsel in klas 6.

In de puberteit zette ik me af tegen alles en iedereen en dus ook tegen de katholieke kerk. Als puber had ik weinig oog voor het verdriet van mijn vader, die in die jaren zijn eigen interne strijd voerde. Wat maakte de man zich  soms boos over de conservatieve stroming binnen de kerk. Hij had zich jaren ingezet als hoofd van de RK basisschool en was een gewaardeerd lid van het RK kerkbestuur, maar op een gegeven moment was hij helemaal klaar met het instituut kerk en deed hij er afstand van.

Net als hij bezocht ik nog maar zelden een Heilige Mis, maar katholiek ben ik altijd gebleven. Sinds ik in ’s-Hertogenbosch woon, nu zo’n 25 jaar, ga ik regelmatig een kaarsje opsteken in de Sint Jan. Ik vind het altijd fijn. Ik voel me er welkom en geborgen.

Ook ik heb niks meer met het instituut kerk, maar ik koester de sterke kanten van het Katholicisme. 

Warmte, sociale bewogenheid en hulpvaardigheid maken het leven mooier, en het is vooral uit solidariteit dat ik samen met anderen aanstaande zaterdag om 9 uur in de ochtend een roze kaarsje bij de Zoete Moeder in onze eigen Sint Jan ga branden.

Uit solidariteit met de LHBT-gemeenschap, uit solidariteit met de twijfelende bisschop Gerard de Korte, maar ook uit solidariteit met de priesters en gelovigen die anderen (nog) niet in hun hart kunnen sluiten.

Goed om te lezen in de krant dat we welkom zijn in de Sint Jan.


Tot zaterdag! Je kunt hier even laten weten of je er ook bij bent. 




donderdag 8 juni 2017

Gefeliciteerd!

Het filiaal van de Albert Heijn in de Vughterstraat bestond vijf jaar. 

Vijf jaar alweer, ik kan me nog herinneren dat er discussie was over een dergelijke supermarkt in de Bossche binnenstad. Hoe moest dat met het laden en lossen en was daar wel markt voor. Op een steenworp afstand in de Arena was er immers al een supermarkt van dezelfde keten.

Ik fietste er vijf jaar bijna dagelijks langs en zag ook wel dat het er druk was. Na mijn verhuizing uit de stad, nu bijna drie jaar geleden, kwam ik er eigenlijk niet meer. Tot voor kort want sinds half mei werk ik bij de Inburgering van het Koning Willem I College in de Sint Jorisstraat en de Sint Jorisstraat is bij die Appie om de hoek. Af en toe loop ik er wel binnen voor een broodje of wat lekkers.



Op dinsdag 6 juni was ik er ook en kwam ik er dus achter dat de winkel vijf jaar bestond. Daar stond de bedrijfsleider heel trots te wezen en hij bood mij ook een gebakje aan.

"Waarom niet" dacht ik en ik koos een lekker stuk appelkruimelvlaai. Ik kreeg er ook een kopje koffie bij en stond ondertussen om me heen te kijken aan een statafeltje. De bedrijfsleider deed zijn  best om gebakjes te slijten aan het winkelend publiek, maar de Nederlandse vrouwen die hij aansprak waren steevast aan de lijn, de Nederlandse mannen waren allemaal gehaast. Gelukkig was daar ook een Syrisch stelletje. Nadat de bedrijfsleider had uitgelegd waarvoor het gebak was kreeg hij een hand en uitgebreide felicitaties. De man wilde zelfs met de bedrijfsleider op de foto.

Vervolgens kwamen de Eritrese jongemannen. Het leek wel een optocht. Ze gaven allemaal netjes een hand, namen het gebakje graag aan, bedankten voor de koffie en liepen vervolgens ook de winkel weer uit.

Dank aan het filiaal in de Vughterstraat. Wat een leuk initiatief waarmee jullie, waarschijnlijk onbedoeld, je bijdrage hebben geleverd aan de inburgering van een groep nieuwe Nederlanders.

donderdag 1 juni 2017

Ik weet het niet


In de aanloop naar de verkiezingen van 15 maart schreef ik vier columns die ik steeds afsloot met de woorden "samen vooruit!". Vandaag vond ik het tijd om weer eens zo'n column te schrijven.

De verkiezingen liggen al weer bijna 80 dagen achter ons en steeds meer mensen hebben een mening over een mogelijke regeringsdeelname van de PvdA.

Zo lag ik onlangs op de behandeltafel nog bij te komen van een heerlijke nekmassage toen de fysiotherapeut luid en duidelijk liet weten dat hij vond dat de PvdA maar gewoon mee moet gaan regeren.

In de diverse media doen steeds meer prominenten hun zegje en ook aan mij wordt regelmatig de vraag gesteld

“Wat vind jij er nu van?”

Als er op mijn mobiel een onbekend nummer verschijnt is het meestal iemand van een landelijke krant of een actualiteitenrubriek die een belrondje doet langs PvdA-afdelingsvoorzitters.

Eigenlijk zeg ik dan nooit zo veel, maar in ieder geval dat ik het ook oprecht niet weet. In de (partij)democratie is het zo dat je het vertrouwen geeft aan de partijleider en zijn fractie. Zij bepalen de lijn en maken hun afwegingen en ik heb daar ook alle vertrouwen in. Het valt me in ieder geval op dat Lodewijk Asscher zo ontspannen, losjes en natuurlijk over komt in de kamer en in de media. Ik geef het je te doen. Zoveel zetels verliezen en er gewoon staan.

Ik weet het niet, maar toch is er een uitspraak die steeds in mijn hoofd rondzingt. De uitspraak is van Hans van Beers en dat zit zo. Van Beers overleed in het najaar van 2015. Hij was kort daarvoor weer in ’s-Hertogenbosch komen wonen waar hij van 1974 tot 1982 wethouder was geweest en omdat hij dat jaar 50 jaar lid was van de Partij van de Arbeid mocht ik hem op 1 mei een gouden speld overhandigen.
foto: Leon van den Akker
Ik had wel veel over de man gehoord, maar hem nog nooit gezien en we hadden een ontzettend leuk gesprek. Daarna hadden we af en toe mailcontact en gaf hij mij gevraagd, maar ook ongevraagd advies. In die tijd kwamen we ook te spreken over de mogelijke deelname van PvdA Brabant aan het provinciebestuur. Van Beers was met al zijn ervaring vrij duidelijk.

“Het is altijd beter om aan het stuur te zitten dan op de achterbank.”

Samen vooruit!