vrijdag 29 april 2016

Ieder kind heeft ouders


Ik schreef een eindrapportage voor een projectgroep "ouderbetrokkenheid". Dit is de inleiding.





“Heb je kinderen?”

“Hoeveel kinderen heb je?”

“Hoe oud zijn ze nu?”

“Heeft je zoon nu vast werk?”

“Zit jouw dochter nog steeds op school?”

Vragen die we allemaal wel eens gehoord hebben.

Het soort vragen dat we allemaal wel eens gesteld hebben.

De eerste vraag kan goed beschouwd op twee manieren beantwoord worden. Het antwoord is “Ja” of het antwoord is “Nee”. Een tussenweg is er niet.

Toen ik de vraag stelde aan studenten van Fontys Lerarenopleiding (FLOT) die bij ons op het Koning Willem I College studeren en stage lopen in het kader van de Opleidingsschool gingen er een paar vingers omhoog. De leeftijden van de FLOT-studenten die ik heb ontmoet lopen best uiteen. Ik sprak een aantal 17 en 18-jarigen, maar ook een aantal wat oudere studenten. Studenten met kinderen.

Toen ik vervolgens de vraag stelde “Heb je ouders?” antwoordde iedereen bevestigend. Sommige ouders zijn overleden, sommige ouders zijn buiten beeld. Maar iedereen heeft ouders. Of je nu wilt of niet.

Ouders heb je je hele leven. Je kunt er niet om heen.

Ieder mens blijft altijd kind.

En ieder kind heeft ouders.

Meer weten? r.vanuffelen@kw1c.nl


zaterdag 2 april 2016

Verkoopinformatie Namen en Rugnummers

Op 31 maart verscheen ‘Namen en rugnummers’. Het is een boekje met 13 columns over onderwijs, opvoeding en schooluitval.

“Cijfers zijn belangrijk, maar er is ook een ander soort winst te boeken”, schrijf ik in de column waaraan dit boekje zijn naam ontleent. “Iedere leerling heeft behalve een nummer ook een naam en een gezicht. Het is belangrijk dat we echt weten wie onze vsv’ers zijn en wat hun verhaal is. En als ze dan toch de school verlaten zonder diploma dan toch in ieder geval door de voordeur, met een goed eindgesprek en een stevige handdruk.”

Verkoopinformatie
"Namen en rugnummers" kost € 9,95 en is te koop in iedere (internet)boekhandel alsmede aan de balie van het Studenten Succes Centrum op het Koning Willem I College. U kunt ook een bestelling plaatsen via het bestelformulier. 





De opbrengst van het boek gaat in zijn geheel naar de Stichting Leergeld 's-Hertogenbosch. 




Van de achterflap:
Van Uffelen benadrukt het belang van goede relaties in het onderwijs. Leerlingen verdienen aandacht en steun in hun weg naar volwassenheid en een docent heeft het voorrecht hen hierbij te helpen. Behalve onderwijsman is Van Uffelen ook vader. Hij observeert zichzelf en zijn omgeving in korte verhalen, waarvan er dertien zijn gebundeld in dit boek.  Uit de verhalen blijkt steeds zijn liefde voor de leerling en het belang hem of haar als uniek individu te zien. 

Over de auteur:
Reinoud van Uffelen is een onderwijsman in hart en nieren. Hij werkt sinds 1994 in het onderwijs en kwam in  2002 naar het Koning Willem I College. Daar was hij onder meer docent en stage-coördinator bij de opleiding Toerisme en begeleider in de Succesklas en Startklas. Sinds 2013 is hij namens het Koning Willem I College werkzaam als Programmamanager Voortijdig Schoolverlaten in de regio Noordoost-Brabant.

Regionaal convenant voortijdig schoolverlaters en kwetsbare jongeren
Het boekje werd gepresenteerd ter gelegenheid van een regionaal convenant dat die dag wordt afgesloten. In het convenant maken partijen afspraken over het verder terugdringen van voortijdig schoolverlaten maar ook over het versterken van de arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren. Het convenant betekent een mijlpaal in de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant vanwege de unieke combinatie vsv en kwetsbare jongeren. 



Op bezoek in "the land of the free"

Kort verslag van een studiereis naar Chicago, USA van 19 t/m 25 maart met een delagatie van het Koning Willem I College. Bekijk ook de foto-reportage!

Het is niet voor te stellen dat als FC Den Bosch een wedstrijdje moet voetballen tegen FC Oss, dat de wedstrijd begint met het volkslied.

In de Verenigde Staten gebeurt dat wel. We bezochten een basketbalwedstrijd van de Chicago Bulls en toen een zangeres het veld betrad en “The Star-Strangled Banner” inzette zag ik om mij heen iedereen gaan staan. Er werd veelvuldig meegezongen met de hand op de borst.

Ik heb het Amerikaanse volkslied natuurlijk vaker gehoord en van de tekst onthoud ik altijd alleen dat ene zinnetje uit het refrein als er gezongen wordt dat de met sterren bezaaide vlag wappert over “the land of the free”.

The land of the free.

Vrijheid is een groot goed, maar heeft ook een keerzijde. Ik heb tijdens mijn bezoek aan Chicago vooral veel ongelijkheid gezien.

Op mijn hotelkamer op de 23e verdieping keek ik uit op de Trump Tower als symbool van onbegrensde mogelijkheden. Dat is mooi gezegd maar in het vocabulaire van Trump betekent dat  “Alles kan en alles mag”.  De kamer zelf werd iedere dag schoon gemaakt door een dame uit Puerto Rico, waar ik dagelijks een praatje mee maakte en die mij verzekerde dat niet iedereen die op de 23e verdieping werkte legaal in het land was. Over haar eigen status wilde ze zich niet uitlaten.

Op de “Community Colleges” die we bezochten zag ik dat men in de Verenigde Staten goed is in de buitenkant. Logisch, want in “the land of the free” moet je jezelf kunnen verkopen om bestaansrecht te hebben.

Ik zag mooie gebouwen, posters en andere communicatie-uitingen, maar ik zag ook veel lege klaslokalen.

Wat me nog het meest boeide was dat er daar niet moeilijk wordt gedaan over leeftijdsverschillen in de klas. In ons onderwijssysteem wordt iedereen die van het vmbo komt als het ware door het systeem geduwd. Dat heeft tot gevolg dat als je 23 bent je eigenlijk al te oud bent om een mbo-opleiding te volgen. Daar is een gemêleerde klas met jongeren van 16,17,23,24 en een enkele verdwaalde veertiger eerder realiteit dan uitzondering. Dat is iets waar wij nog van kunnen leren. 


Onderwijssysteem in de Verenigde Staten 


De andere kant is natuurlijk dat ongelijkheid al begint bij je geboorte. Als je ouders geld hebben en je naar een “private high school” kunt, dan koop je als het ware je toegangsbewijs tot een dure universiteit.  Als je van een “public high school” komt is de realiteit vaak dat je eerst moet gaan werken om wat geld bij elkaar te schrapen om überhaupt verder te leren.

Ik zag op de “Community Colleges” ook veel betrokkenheid en begeleiders met een hart voor hun studenten . De “Community Colleges” zijn natuurlijk dé plek bij uitstek om iets aan die ongelijkheid in de samenleving te doen, al is het natuurlijk wel een beetje dweilen met de kraan open.

Op het congres zag ik een aantal aardige workshops, al was het kwaliteitsverschil enorm en gold ook hier dat ik veel buitenkant zag.

De workshop van Ken Trzaska van Seward County Community College sprak me nog het meest aan. Ken durft hard op te zeggen dat het begrip “Student Succes” een repeterende plaat is geworden en dat ie daar een beetje moe van wordt. Zijn stelling is juist om studenten op de tweede plaats te zetten. “Focus on your employee first!” Zorg voor je team en voor teamontwikkeling dus!


Het was tof om eens met een professionele bril in "the land of the free" rond te kijken. Op ons Nederlandse onderwijssysteem valt ook van alles aan te merken, maar al met al is het zo slecht nog niet.


Ontmoeting met stewardess en oud-leerling Jennifer 


De eerste avond gelijk op pad met Kees en Erwin


Klaar voor het congres
"After school matters"





Uitzicht vanaf mijn hotelkamer


Meest gefotografeerde plafond in Chicago


Workshop "Ethics"


Campagne "I am human"


Let op dat flesje Pepsi


Op Moraine Valley


Lokaalnummers ook in braille


"I will..."


Rooster en Faculty Pledge


Faculty Pledge


Wat betekende de docent voor de student? #relatie


Wat betekende de docent voor de student? #relatie


Wat betekende de docent voor de student? #relatie


v.r.n.l. Stephanie Kuijper, Michael Anthony, Michelle Brown, Sebastian Contreras en ikzelf op Oakton College


Diversiteit is echt een thema op Amerikaanse Community Colleges


Find where you belong. Poster op Oakton College


Finding his Path. Poster op Oakton College
It's Her Move. Poster op Oakton College

Ik wil Peter van Amelsfoort, Yvonne van den Dungen en Petra van Rixtel van het bureau Internationale Projecten bedanken voor de perfecte organisatie.