maandag 28 november 2016

Cheque voor Stichting Leergeld

Ter gelegenheid van de ondertekening van een nieuw regionaal convenant "VSV en Kwetsbare Jongeren" presenteerde ik op 31 maart mijn bundel "Namen en Rugnummers". Het boekje is een verzameling van columns over onderwijs, opvoeding en schooluitval. Het verscheen in een bescheiden oplage van 600 exemplaren en ik kondigde op 31 maart al aan dat de opbrengst naar de Stichting Leergeld zou gaan. De Stichting Leergeld steunt kinderen uit arme gezinnen door financiële hulp te organiseren.




Vandaag mocht ik een cheque van €1134,50 overhandigen aan Hans van Veen, voorzitter van de Stichting Leergeld 's-Hertogenbosch. 

Er zijn nog een aantal exemplaren van "Namen en Rugnummers" te koop, bijvoorbeeld bij uw lokale boekhandel of via deze link. (voor 21.00 uur besteld, morgen in huis)

U kunt de Stichting Leergeld ondersteunen door een bedrag naar keuze over te maken op NL16 RABO 0171 9636 95 t.n.v. de Stichting Leergeld 's-Hertogenbosch




zaterdag 19 november 2016

Een theekransje

Tekst bij het afscheid van Fien van den Broek in de Blokhut te Eindhoven.


We zijn vandaag samen om afscheid te nemen van Fientje van den Broek-Craanen. 

Oma Fien.

Fien overleed op 13 november en is bijna 93 jaar geworden.

Voor haar vandaag geen heilige mis,  geen herdenkingsdienst, geen ingewikkelde ceremonie. Bij de familie van den Broek doen ze dat anders! Nee ik moet zeggen, bij de familie van den Broek doen WE dat anders, want De familie van den Broek, daar hoor ik ook bij en ik zal zo nog wel uitleggen hoe dat zit. 

Wij vieren het afscheid gewoon met een theekransje. Fien hield van theekransjes, met een wisselende groep dames deed Fien 40 jaar aan theekransjes. 

Het gezin van Fien van den Broek was een bijzonder gezin. Laat ik ze even aan u voorstellen. Fien en haar man Jo kregen vier kinderen. Clemens, Hans, Patries en Marcel. 

Jo overleed al zo’n halve eeuw geleden en ook Clemens en Hans zijn niet meer onder ons, net als kleinzoon Bart. We zijn enige momenten stil om ook aan hen te denken.

Fien bleef ondanks alle verdriet altijd opgeruimd en positief. De dementie was in zekere zin een verlossing voor haar; ze vergat haar verdriet.

Positief, opgeruimd en ook dankbaar. Ik herinner me een bezoek zo’n vijf jaar geleden toen ze nog niet in de Tulp woonde, maar in een huis waar de zorg simpelweg te kort schoot omdat er te weinig mensen werkten. Toen we binnenkwamen rook het niet al te fris, ze was gevallen en lag op de grond. Het eerste wat ze zei toen we binnenkwamen was: “de mensen zijn hier zo aardig voor me”

Een bijzonder gezin zei ik al, niet in de laatste plaats omdat iedereen er welkom was en omdat iedereen er welkom bleef. Patries en Marcel kregen nieuwe partners, maar hun oude partners zijn hier ook. 

Nadat Hans overleed in 2005 kwam ik in het leven van zijn vrouw Ankie en sindsdien hoor ik ook bij de familie van den Broek. Vanaf dag één voelde ik me er welkom.

Het is een creatief gezin. Dochter Patries is creatief in de keuken en op het podium, ze zal vandaag zingen. 

Zoon Marcel staat niet graag op het podium. Hij zei gisteren “ik ben meer van de plaatjes dan van de praatjes”. Marcel maakte dus een levend schilderij dat u hier op het scherm ziet.

Harde werkers zijn het ook. Patries doet het liefst alles zelf. Zij maakte de soep voor vandaag, haar man Henri mocht de balletjes draaien. En als u goed naar het levend schilderij van Marcel kijkt dan ziet u dat daar ook wat uurtjes werk in zitten.

Een Creatief gezin én mensen met oog voor detail. Kleinzoon Daan zorgde voor het decor vandaag. Let op de lelietjes van dalen en ook op de schalen met peren; bij Fien thuis was er vroeger een perenboom Let ook op de theemuts en het theeservies en het gehaakte randje om de kist dat Kitty maakte.

Fien is hier ongeveer tot half 3, ze ligt bij de open haard want ze hield niet van kouwe voeten. Om half 3 brengen wij haar met een kleine groep naar het crematorium.

Deze bijeenkomst moet niet te statisch worden zei Marcel gisteren, er zijn een paar mensen die iets willen zeggen, er is een playlist met liedjes die Fien mooi vond en er is Gerrit die gitaar speelt. Hoe het precies gaat lopen weten we nu nog niet en dat is ook niet erg. Want in huize van den Broek geldt alles kan en alles mag. Er is voldoende te eten en te drinken en U mag huilen, lachen, applaudisseren, meezingen, opstaan, een rondje lopen en even bij Fien langs.


Geen heilige mis,  geen herdenkingsdienst, geen ingewikkelde ceremonie. Dit is een theekransje, maar het is zeker geen heilloze bedoeling. Bij de open haard staat een collectebus voor het Leger des Heils.

zaterdag 27 augustus 2016

Ome Frans

Tekst uitgesproken bij het afscheid van Frans van der Meijs op 27 augustus 2016.

Frans was een familieman en het kwam goed uit dat hij veel familie had. Broers, zussen, neefjes, nichtjes. Cok, de familie Kuil.

Maar daar bleef het niet bij want wij en dan bedoel ik het gezin van Jan en Nel van Uffelen uit Langeraar waren OOK familie van Frans. Immers, Frans bracht bijna ieder jaar de kerst bij ons door en mijn broer, zus en ikzelf noemden hem altijd OME FRANS, dus geen FRANS, geen OOM FRANS, maar OME FRANS.

OME Frans en mijn vader waren min of meer buurjongens in de Zuidbuurt in Maasland. OME Frans was 3 jaar ouder dan mijn vader, ze hebben nooit bij elkaar in de klas gezeten maar werden beiden onderwijzer en vonden elkaar ook in het verenigingsleven te Maasland.

OME Frans hoorde er gewoon bij en was echt onderdeel van ons gezin. Iedere kerstvakantie kwam hij met de fiets naar Langeraar, meer dan 50 km fietsen, maar daar draaide hij zijn hand niet voor om, hij was ook wel eens naar de Dordogne komen fietsen toen we daarop de camping stonden. En als hij dan bij ons was in de kerstvakantie stond hij iedere morgen erg vroeg op en wandelde hij naar de bakker om warme broodjes te halen. Ook wisten wij dat als OME Frans kwam dat er de volgende dag kerstkransjes aan de boom zouden hangen. Je zag hem genieten van het gezinsleven en hij deed ook mee aan onze jaarlijkse sjoelcompetitie en voor hem was het meedoen belangrijker dan het winnen. Tijdens die kerstdagen zag je hem ook heel veel kaarten schrijven, kaarten naar al zijn familieleden en vrienden, veelal zelf gemaakt en met een stichtelijke spreuk.

Heel soms kwam hij niet met de kerst. Hij ging dan naar zijn andere familie in Canada. Wij vonden dat maar saai, een kerst zonder OME Frans.

Twee keer zijn we die decemberweken ook naar Zuid-Frankrijk gegaan met ons gezin en OME Frans ging natuurlijk mee. In december 1983 zou hij met de fiets vanaf het station in Avignon naar ons huisje komen, 70 kilometer. Ik vond het maar lang duren en ben hem tegemoet gefietst. We hebben die weken veel samen gereden, maar OME Frans was een familieman en ik, in die tijd een eigenwijze puber die alleen deed waar die zelf zin in had. Ik ging dus iedere dag fietsen en OME Frans ging de ene dag met mij en de andere dag met de rest van ons gezin op pad.

Mijn vader maakte handig gebruik van mijn adoratie voor OME FRANS. Toen ik op een leeftijd was dat ik niet meer graag mee ging op visite bij opa en oma opperde hij. “Joh ga er gewoon met de fiets naar toe, net als OME FRANS.

Een nieuwe traditie was geboren, ik ging voortaan op de fiets naar mijn grootouders in Maassluis.

Ook toen wij ouder werden en ieder onze eigen weg gingen bleef er contact met OME Frans, die ik voortaan gewoon bij zijn voornaam noemde. Zo waren wij als gezin bijvoorbeeld ook aanwezig bij zijn afscheid als onderwijzer en is hij ook eens bij mij in Nijmegen op bezoek geweest toen ik daar studeerde.

Vaak gingen onze gesprekken over fietsen, versnellingen en derailleurs en in augustus 2011 ben ik nog eens met hem gaan fietsen. Dat was best confronterend, toen we Vlaardingen uit de polder in fietsten was hij op zijn gemak maar zodra we zijn huis naderden wist hij de weg niet meer.

De laatste jaren van Frans zijn leven waren niet zijn beste jaren. Ik kan me moeilijk voorstellen hoe het is als je zo de grip op alles kwijt raakt. Mijn vader was verdrietig want echt contact met zijn oude vriend was erg moeilijk geworden. In 2013 overleed mijn vader plotseling en bij het afscheid had ik wel echt contact met Frans. Hij zei niet veel maar de omhelzing was intens. Wat een breekbare man was het geworden, Frans van der Meijs, mijn OME FRANS.

Vorige week zondag is mijn moeder nog bij hem op bezoek geweest. Mijn moeder vertelde aan Frans over mij en dat ik deze zomer naar Berlijn ben gefietst.

Frans glimlachte en zei even later.

NEL EVEN NAAR LANGERAAR FIETSEN en dat was het laatste wat ze van hem gehoord heeft.


OME FRANS, GOEDE REIS.

Met Ome Frans op 24 augustus 2011

maandag 15 augustus 2016

Over doorpakken en doorzettingsmacht

Het woord doorpakken wordt veel gebruikt in de sportwereld maar ook in de politiek. Ik heb al menig politicus horen zeggen dat het nu toch vooral een kwestie is van doorpakken.

Het woord doorzettingsmacht hoor je de laatste tijd steeds vaker, zeker in situaties waarin veel gepraat wordt; de dossiers steeds dikker worden, maar een oplossing uitblijft. Praten alleen lost niet altijd iets op en dan heb je iemand nodig met doorzettingsmacht. Iemand die een beslissing neemt en zegt: zo gaan we het doen.

In ons land is er sprake van een scheiding der machten, ook wel de trias politica genoemd. Er is een wetgevende macht, een uitvoerende macht en een rechterlijke macht. Wetten worden gemaakt in de Tweede Kamer, de overheid voert deze wetten uit en de rechter beslist of dit volgens de regels gebeurt.

Een rechter kan ook doorpakken en doorzettingsmacht tonen. Bijvoorbeeld door niet te verzanden in trage, bureaucratische procedures en door gewoon een beslissing te nemen.

Dat gebeurde afgelopen vrijdag in Arnhem waar de rechter het kort geding van turner Yuri van Gelder afwees. Dat gebeurde ook op 17 juni bij de rechtbank in Utrecht. De voetbalclub FC Twente kreeg gelijk van de beroepscommissie licentiezaken en mocht in de eredivisie blijven voetballen.

Ik was die dag toevallig ook bij de rechtbank in Utrecht. Er waren nog al wat cameraploegen aanwezig en ik zag de nodige journalisten druk heen en weer lopen en bellen, wachtend op de uitspraak.

De rechtszaak die ik bijwoonde vond buiten het zicht van de camera’s plaats. Het was een zaak van een mevrouw van 72 die al 10 jaar in Nederland woont, maar nog steeds geen duidelijkheid heeft over haar status. Zij zit na al die tijd nog steeds in procedure zoals dat heet. 

De rechter opende de zitting en vertelde dat het formeel mogelijk was dat hij tijdens de zitting een uitspraak zou doen, maar hij zei ook dat dit niet  gebruikelijk was, maar dat de wettelijke termijn van zes weken in acht zou worden genomen.

De rechtszaak duurde een klein half uur en toen we weer buiten kwamen waren de tv-ploegen aan het opbreken. In de zaak van FC Twente was blijkbaar een uitspraak gedaan.

Inmiddels zijn we ruim acht weken verder. FC Twente heeft al weer twee keer gevoetbald in de eredivisie.

De mevrouw van 72 heeft via haar advocaat een brief gekregen dat er nog geen uitspraak is in haar zaak en dat de wettelijk termijn is verlengd. 


Van doorpakken en doorzettingsmacht lijkt hier geen sprake te zijn.


woensdag 27 juli 2016

De trompet van de zwaan

In januari 1974 lag ik een aantal weken in het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam. Het was ten tijde van de oliecrisis; benzine was op de bon en het was voor mijn ouders niet mogelijk om dagelijks op bezoek te komen.

Tijdens dat verblijf vierde ik ook mijn negende  verjaardag en ik kreeg toen een kinderboek dat ik nadien stuk heb gelezen, maar alleen nooit helemaal.

Het exemplaar, aangeschaft bij Boekhandel Haasbeek in Alphen aan den Rijn, bleek namelijk een misdruk. Ergens halverwege zaten een aantal witte pagina's en ontbrak dus een stuk van het verhaal.

Maar het verhaal was prachtig. Het boek heette "De trompet van de zwaan" van de Canadese auteur E.B. White. Op Google lees ik dat het boek werd vertaald door Hans Andreus en 194 pagina's telde. Daarvan heb ik er tot de dag van vandaag dus een aantal niet gelezen.

Het verhaal gaat over het vreemde leven van een trompetzwaan. Zonder stemgeluid geboren weet deze zwaan zijn handicap te overwinnen door een echte trompet te leren bespelen.

Als negenjarig jongetje zal ik het gelezen hebben als een spannend en ook humoristisch boek. Nu, ruim veertig jaar later, denk ik dat ik het boek zal herlezen met een lach en een traan en zal ik ook denken aan de prachtige uitgangspunten van Passend Onderwijs voor ieder kind.

Passend Onderwijs vraagt immers een andere manier van kijken naar begeleidings- en zorgvragen. Deze is het beste samen te vatten als:
Minder problematiserend, meer faciliterend, minder curatief, meer preventief. Minder stigmatiserend, meer emanciperend, minder uniform, meer differentiërend.

Op internet lees ik ook een kritische recensie over het boek:

"Een fabel over trompetterzwanen, en met name over Louis, de jonge zwaan, die het vermogen mist om te trompetten als zijn soorgenoten en daardoor o. m. zijn verliefdheid op de vrouwtjeszwaan Serena niet kan uiten.

Door diefstal van een trompet, die na veel verwikkelingen betaald wordt, en kontakten met Sam Beaver, een jongen die veel van vogels houdt, is Louis tenslotte een bijzondere vogel, die kan lezen en schrijven en die zelfs concerten kan geven op zijn trompet. Karakteristiek voor oude fabels is het moraliserend element; daarbij fungeren dieren vaak als karikaturen van mensen. Het merkwaardige van deze moderne fabel is, dat de moraal gezocht moet worden in de door de schrijver voorgestelde gelijkwaardigheid van mens en dier, die tot uitdrukking komt in de introduktie van de zwaan in de menselijke samenleving. Als het de bedoeling van de schrijver is geweest hierdoor begrip en liefde voor dieren aan te kweken, schiet hij m.i. hierdoor zijn doel voorbij. Een dier te "vermenselijken" wekt lachlust op. Is het doel het aan de kaak stellen van intermenselijke betrekkingen, dan is dit middel begrijpelijk. Maar om dierenliefde te kweken moeten we niet zijn op het terrein van circusstunten, maar dan moeten we het kind konfronteren met het dier in zijn omgeving, de natuur. In sommige passages schijnt de schrijver dit ook te beseffen, maar helaas laat hij dit over het geheel genomen los, waarom we het boek niet aan kunnen bevelen."

Ik snap nu beter waarom ik het zo'n mooi boek vond. In mijn opvoeding speelden huisdieren geen rol en je kunt mij moeilijk een dierenvriend noemen. En... dat ik een moralist ben weet ik nu, maar dat was ik waarschijnlijk als jongen van negen jaar ook al.

De laatste bladzijden in het boek herinner ik me nog goed. De verteller Sam Beaver maakt een kanotocht door de Canadese wildernis en zit 's-avonds bij het kampvuur. Hij denkt in de verte het geluid van de trompetterende zwaan te horen en maakt zich zelf wijs dat het Louis is die met trompet weer is teruggekeerd naar zijn natuurlijke omgeving.

Een moment om als lezer een traantje bij weg te pinken. Dat zou ik graag nog eens doen, dus laat me weten als u het boek in uw bezit heeft. Dan kan ik gelijk de ontbrekende pagina's lezen.

vrijdag 29 april 2016

Ieder kind heeft ouders


Ik schreef een eindrapportage voor een projectgroep "ouderbetrokkenheid". Dit is de inleiding.





“Heb je kinderen?”

“Hoeveel kinderen heb je?”

“Hoe oud zijn ze nu?”

“Heeft je zoon nu vast werk?”

“Zit jouw dochter nog steeds op school?”

Vragen die we allemaal wel eens gehoord hebben.

Het soort vragen dat we allemaal wel eens gesteld hebben.

De eerste vraag kan goed beschouwd op twee manieren beantwoord worden. Het antwoord is “Ja” of het antwoord is “Nee”. Een tussenweg is er niet.

Toen ik de vraag stelde aan studenten van Fontys Lerarenopleiding (FLOT) die bij ons op het Koning Willem I College studeren en stage lopen in het kader van de Opleidingsschool gingen er een paar vingers omhoog. De leeftijden van de FLOT-studenten die ik heb ontmoet lopen best uiteen. Ik sprak een aantal 17 en 18-jarigen, maar ook een aantal wat oudere studenten. Studenten met kinderen.

Toen ik vervolgens de vraag stelde “Heb je ouders?” antwoordde iedereen bevestigend. Sommige ouders zijn overleden, sommige ouders zijn buiten beeld. Maar iedereen heeft ouders. Of je nu wilt of niet.

Ouders heb je je hele leven. Je kunt er niet om heen.

Ieder mens blijft altijd kind.

En ieder kind heeft ouders.

Meer weten? r.vanuffelen@kw1c.nl